PDDNOS

Psychologen en psychiaters gebruiken soms de term “pervasieve ontwikkelingsstoornissen ‘en’ autisme spectrum stoornissen ‘(ASS) door elkaar. Als zodanig, is de PDD-NOS diagnose van toepassing bij kinderen of volwassenen die zich ergens op het autismespectrum bevinden, maar niet volledig voldoen aan de criteria voor een andere ASS, zoals autistische stoornis (ook wel ‘klassiek’ autisme) of het syndroom van Asperger .

Net als alle vormen van autisme, kan PDDNOS optreden in combinatie met een breed spectrum aan intellectuele vermogen. Iemand kan dus erg slim zijn en toch lijden aan PDD-NOS. De bepalende kenmerken zijn belangrijke uitdagingen in de sociale en taalontwikkeling.

Sommige gezondheidswerkers verwijzen naar PDD-NOS als “subklinisch autisme.” Met andere woorden, het is de diagnose die ze gebruiken voor iemand die een aantal, maar niet alle kenmerken van autisme heeft of die relatief milde klachten heeft. Bijvoorbeeld, een persoon kan aanzienlijke autisme symptomen vertonen in een bepaald kerngebied, zoals sociale tekorten, maar milde of geen symptomen hebben in een ander kerngebied zoals op het gebied van de motoriek, bijvoorbeeld geen beperkt, of repetitief gedrag vertonen wat bij andere PDDNOS mensen zo kenmerkend lijkt te zijn.

Als diagnose blijft PDDNOS een relatief nieuwe aandoening, die pas in de jaren 80 voor het eerst gesteld werd. Daardoor kunnen sommige artsen en opvoeders nog niet vertrouwd zijn met de term of deze niet correct gebruiken.

In de huidige Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders ( DSM-IV ) staat een nadere uitwerking van de criteria voor een diagnose van PDD-NOS. Helaas beschrijft deze standaard vooral wat het niet is:

“Deze categorie moet gebruikt worden als er een ernstige en doordringende stoornis is in de ontwikkeling van wederkerige sociale interactie die in verband gebracht kan worden met verstoring in een van beide verbale of non-verbale communicatieve vaardigheden of met de aanwezigheid van stereotiep gedrag, interesses en activiteiten, waarbij niet wordt voldaan aan criteria voor andere wel omschreven specifieke pervasieve ontwikkelingsstoornissen, zoals schizofrenie, schizotypische persoonlijkheidsstoornis of ontwijkende persoonlijkheidsstoornis, “atypische autisme”, of wanneer de afwijkingen pas op veel latere leeftijd voor het eerst optreden, of al deze. ‘

Meer behulpzaam, misschien, zijn studies die suggereren dat mensen met PDD-NOS kunnen worden geplaatst in één van de drie zeer verschillende subgroepen:

• Een hoog-functionerende groep (ongeveer 25 procent) bij wie de symptomen grotendeels overlappen met die van het syndroom van Asperger, maar die verschillen in de wijze waarop ze achterstand hebben in de taalontwikkeling en milde cognitieve stoornissen vertonen (Syndroom van Asperger heeft over het algemeen geen betrekking op vertraagde spraakontwikkeling of cognitieve stoornissen).
• Een tweede groep (ongeveer 25 procent) bij wie de symptomen meer lijken op die van de autistische stoornis, maar niet volledig voldoen aan al zijn diagnostische tekenen en symptomen.
• Een derde groep (ongeveer 50 procent), die voldoen aan alle diagnostische criteria voor autistische stoornis, maar waarvan het stereotiepe en repetitieve gedrag opvallend weinig aanwezig is.

Bekijk ook

PDD NOS Medicatie

Sommige mensen met PDD NOS hebben medicatie nodig tegen depressiviteit. Bekijk het overzicht van PDD Nos medicatie.

PDD NOS in de Klas

Veel kinderen hebben problemen met PDD NOS in de klas. De effecten van PDD NOS kunnen klein lijken, maar kunnen nog steeds erg ingrijpend zijn.

PDD NOS Test

Een arts zal voor een PDD NOS test door een lijst met vragen lopen om te bepalen of je kind PDD NOS heeft. Daarna zal de evaluatie plaatsvinden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *